Het assessment politie voorbereiden en oefenen

Het assessment politie, ook wel de politietest genoemd, is uitgebreid en kan in totaal wel een half jaar in beslag nemen. Het assessment politie bestaat uit verschillende toetsen en onderdelen, waarbij er telkens wordt gekeken of je voldoet aan het profiel van een politieagent. Daarbij bewijs je dat je de juiste motivatie en een realistisch beeld van het beroep hebt. Ook toon je aan dat je aan bepaalde minimumeisen op het gebied van fysieke conditie, gezondheid en intelligentie voldoet. Verder wordt er door de politie onderzoek verricht naar jouw achtergrond en eventuele zaken die je toetreding tot de politie in de weg kunnen staan.

De assessment politie bestaat in totaal uit zeven stappen. Belangrijke onderdelen van het assessment politie zijn drie selectiedagen, die telkens een hele dag in beslag nemen. De selectiedagen vinden niet aaneengesloten plaats.

  1. Toetsing – als je wilt solliciteren, dan vul je een sollicitatieformulier in. Bij de eerste toetsing wordt er gekeken of je de vaardigheden en voorgeschiedenis hebt die je geschikt maken voor het beroep. Ook wordt er gekeken of er banen beschikbaar zijn in de regio waar jij hebt gesolliciteerd. Als dat zo is, mag je beginnen met de rest van het assessment politie.
  2. Eerste selectiedag: Bewust Blauw – deze selectiedag is bedoeld om jouw motivaties na te gaan, en te kijken of jij een goed beeld hebt van wat het inhoudt om een politieagent te zijn. Je gaat met meerdere deelnemers discussies aan en bespreekt stellingen. Ook kun je hier al je eventuele vragen over het beroep stellen.
  3. Tweede selectiedag: politietest Deel A – dit is een dag waarbij er drie verschillende testen plaatsvinden. Een cognitieve capaciteitentest gaat na of jij de intelligentie hebt die nodig is om het beroep te kunnen uitvoeren. Een taaltoets daagt je uit om je schrijfvaardigheid en je leesvaardigheid te tonen. En een sporttest gaat na of jij de conditie, de snelheid en de kracht bezit waar een politieagent over moet beschikken.
  4. Derde selectiedag: politietest Deel B – deze dag staat in het teken van jouw persoonlijkheid en test jouw handelen in ingewikkelde situaties, zoals je die in het beroep tegen kunt komen. Eerst vul je een persoonlijkheidsvragenlijst in, waarbij je telkens aangeeft in welke van twee stellingen je je het beste herkent. Je krijgt een gesprek met een psycholoog, dat ongeveer een uur duurt. De psycholoog gaat je vragen stellen over hoe je in het verleden hebt gehandeld in bepaalde situaties. Tenslotte vindt er een rollenspel plaats. Daarbij treed jij handelend op in de rol van een agent. Bij het rollenspel zijn er acteurs aanwezig, die optreden als burgers in een ingewikkelde of gevaarlijke situatie. Het is van belang dat jij de situatie op de juiste manier tot een goed einde brengt.
  5. Eindgesprek – dit kun je zien als de afronding van het assessment politie. Behalve alle vragen die je kunt verwachten bij een sollicitatiegesprek zul je ook een presentatie te geven van ongeveer 10 minuten. Daarin presenteer je jezelf en toon je aan dat de kernwaarden van de politie deelt. Het gevolg van het eindgesprek kan een intentie tot aanstelling zijn, een positieve beslissing over je sollicitatie dus, maar wel één onder voorbehoud.
  6. Medische test – de medische test wordt afgenomen door een onafhankelijke arts. Hij gaat na of je gezondheid het goed functioneren als agent in de weg staat. Er worden verschillende medische testen bij je afgenomen om dit na te gaan.
  7. Geschiktheidsonderzoek – dit onderdeel wordt ook wel de screening genoemd. Medewerkers van de politie verrichten een achtergrondonderzoek naar jou, waarbij er onder andere wordt gekeken of je een strafblad bezit en of je schulden hebt. Ook krijg je een huisbezoek, waarin je meer vragen kunt verwachten over jezelf, je woonsituatie en je persoonlijke overtuigingen.

Inhoudsopgave



Deel A van het assessment politie

De tweede selectiedag van de politietest wordt ook wel Politietest deel A genoemd. Hij bestaat uit drie verschillende onderdelen, elk met een eigen inhoud. Samen nemen ze de hele tweede dag in beslag. Voor het sportonderdeel kun je je thuis goed voorbereiden, voor de andere twee onderdelen is dat lastiger. Toch is het een goed idee om een paar oefentesten te bekijken, zodat je weet wat voor soort vragen er bij de theoretische delen worden gesteld. Deze drie onderdelen bestrijken samen de hele tweede selectiedag van het  assessment politie.



      1. Het eerste onderdeel is een intelligentietest, die hier cognitieve vaardigheidstest wordt genoemd. Deze test kijkt hoe goed je logische vaardigheden zijn en of je basisrekenvaardigheden hebt. Er wordt je gevraagd om een aantal sommen te maken, waarbij het voldoende is om te kunnen optellen en aftrekken, te delen en vermenigvuldigen en te kwadrateren en worteltrekken. Ook moet je uit random rijtjes van letters en lettergrepen weer bestaande woorden samenstellen. Er wordt ook gekeken of je cijferreeksen waaruit een getal ontbreekt kunt aanvullen. 
      2. De tweede toets is een taaltoets. Als agent zal je veel bezig zijn met informatie overbrengen en inwinnen. Daarbij is het van belang dat je tot de kern van informatie kunt komen en dat je weet of informatie neutraal of bevooroordeeld is. Bij de taaltoets wordt je eerst gevraagd om in drie korte teksten de strekking van de tekst te doorgronden, en dan de ontbrekende woorden in de tekst aan te vullen. Het gaat er dus om hoe goed je begrijpend kunt lezen. Vervolgens moet je in een paar langere teksten ook de kern van de informatie achterhalen. Daarbij moet je ook kijken of het gaat om feiten of meningen, en wat het doel van de schrijver met deze tekst is. Vervolgens krijg je inhoudelijke meerkeuzevragen. Het laatste onderdeel is een schrijftoets, waarbij je zelf een tekst van een paar honderd woorden moet schrijven. Kijk goed of je tekst de juiste informatie overbrengt. Let op je zinsbouw, grammatica en spelling. En gebruik liever geen afkortingen of SMS/internettaal.
      3.  Het laatste onderdeel van de tweede selectiedag van de politietest is een sporttest. Veel kandidaten vinden dit een zware test, en er worden inderdaad hoge eisen aan je lichamelijke conditie gesteld. Als politieagent kun je in situaties terecht komen waarin elke seconde telt. Zo zul je soms een verdachte moeten achtervolgen of overmeesteren. Kracht, snelheid, uithoudingsvermogen en flexibiliteit zijn belangrijke eigenschappen die een goede agent bezit.Dit wordt allemaal getest in een parcours dat uit vijf rondes bestaat. Eerst doe je een warming up met een groep andere deelnemers. Vervolgens heb je een beperkte tijd om het parcours af te ronden. Hierbij moet je kunnen tillen en zware voorwerpen kunnen verschuiven. Je zult ook stukjes moeten rennen en snel moeten keren. Andere bewegingen die je moet uitvoeren zijn springen, klimmen, bukken en weer overeind komen. Eigenlijk wordt dus je gehele lichaam getest. 

Deel B van het assessment politie

Op de tweede selectiedag van het  assessment politie  krijg je een drietal vaardigheidstoetsen. Daarmee wordt bekijken of jij de vaardigheden hebt die passen bij het beroep van agent. Deze testen worden samengevoegd ook wel “Politietest Deel A” genoemd. 

De eerste test is een cognitieve capaciteitentest, eigenlijk een intelligentietest. Als je op de middelbare school (of later) een iq-test hebt afgelegd, dan zal deze test herkenbaar voor je zijn. 



      • Er wordt je gevraagd om een aantal rekensommen op te lossen.
      • Je moet ontbrekende cijfers of letters in een reeks cijfers of letters aan te vullen. 
      • Ook krijg je reeksen van letters of lettergrepen voorgeschoteld. Uit deze reeksen moet je een bestaand woord samenstellen. 

De tweede toets is een taaltoets. Als agent zul je regelmatig schriftelijk moeten communiceren – je moet bijvoorbeeld verslagen schrijven van de voorvallen tijdens je dienst. Je moet ook snel informatie op zijn waarde kunnen duiden. Daarom is het van belang dat jouw taalbeheersing op een redelijk niveau is, en bij deze toets wordt dit is getest. 



      • Eerst krijg je een onderzoek naar je leesvaardigheid. In een aantal korte tekstjes moet je, door de strekking van de tekst te analyseren, ontbrekende woorden aanvullen. 
      • Vervolgens moet je in iets langere teksten de kern van de informatie zoeken, bedenken of het gaat om een neutrale of bevooroordeelde tekst, en de mening van de schrijver en eventuele andere personen in de tekst kunnen noemen. Je krijgt over de inhoud van deze tekst een aantal meerkeuzevragen. 
      • Tenslotte moet je zelf een begrijpelijke tekst schrijven. Die kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld een rapport of een brief. Je krijgt hiervoor een aantal informatiebronnen, waaruit jij de hoofdzaken moet herleiden. 

Het laatste onderdeel van de tweede selectiedag is een sporttest. Veel kandidaten vinden dit een zware test, en er worden inderdaad behoorlijke eisen gesteld aan je lichamelijke vaardigheden. Deze test is bedoeld om na te gaan hoe het gesteld is met jouw kracht, je uithoudingsvermogen, je snelheid en je wendbaarheid. Bij deze test wordt je onder andere gevraagd om te 

rennen, te sprinten en snel te keren. Ook moet je zware objecten verplaatsen of optillen. Tenslotte moet je in staat zijn om te kunnen springen, bukken, weer overeind komen en kruipen. De sporttest begint met een warm-up waaraan meerdere  deelnemers meedoen. Daarna moet je een parcours afleggen, waarbij alle bewegingen die we noemden aan bod komen. Je hebt hie

rvoor een beperkte tijdsduur die afhangt van je leeftijd en van je geslacht.

Laatste tests van het assessment politie

De laatste tests van het  assessment politie  vinden plaats na de 3 selectiedagen. Je zult deze fase alleen bereiken als je op alle punten van de toetsen van de selectiedagen bent geslaagd. Eerst krijg je een eindgesprek waarin onder andere de resultaten van je toetsen met je worden besproken. Dit gesprek kun je zien als een sollicitatiegesprek, en je kan alle vragen verwachten die je op elk ander sollicitatiegesprek krijgt. In totaal duurt het eindgesprek een uur. Tijdens het gesprek zal jij je ook moeten presenteren, waarbij je in gaat op je persoonlijkheid en aantoont dat jij de kernwaarden van de politie deelt. Deze presentatie kun je van tevoren thuis voorbereiden. Ook kan je tijdens het gesprek onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden en de praktische details van jouw toetreding tot het korps. 

Als het gesprek positief verloopt, dan krijg je een medische keuring die wordt uitgevoerd door een ononafhankelijke medische instantie. Er vinden dan een aantal korte medische onderzoeken plaats naar de werking van je zintuigen, van je ledematen en je vitale organen.  Na de medische keuring begint de politie een geschiktheidsonderzoek naar je. Hierbij kijken

ze naar jouw achtergrond en naar jouw persoonlijke situatie, en gaan ze na of er redenen zijn om jou niet als agent aan te nemen. Er wordt onder andere nagegaan of je een strafblad hebt, en er wordt gekeken of je lopende schulden hebt. Ook een huisbezoek is onderdeel van deze laatste test. Er komen dan medewerkers van de politie bij jou thuis kijken hoe je leeft. Verwacht dat je hierbij vragen moet beantwoorden over hoe je woont, met welke mensen je omgaat, of je vrijwilligerswerk doet, wat je hobby’s zijn en wat je meningen zijn over maatschappelijke onderwerpen. Als je deze laatste testen van het assessment politie  met succes doorloopt, dan is de volgende stap waarschijnlijk dat je in dienst wordt genomen. 

Eisen die aan een agent gesteld worden

Er gelden een paar harde voorwaarden om politieagent te kunnen worden – zo moet je bijvoorbeeld in ieder geval de Nederlandse nationaliteit bezitten. Al voordat je solliciteert of deelneemt aan het  assessment politie , kun je zien of jij aan deze voorwaarden voldoet. De checklijst hier geeft je een indruk van wat jouw kansen zijn om tot het beroep toegelaten te worden, en om bij de selectiedagen goed presteren. Ook vind je een aantal situaties waarin je sowieso helaas geen kans maakt om tot het beroep te worden toegelaten. 



      • Betrouwbaarheid. Een agent moet de wet handhaven. Daarom is het van belang dat hij zelf nooit voor een zwaar vergrijp is veroordeeld, en dat hij ook geen familieleden of goede vrienden heeft die daarvoor zijn veroordeeld. In die laatste situatie zou je als agent chantabel zijn. Bij het betrouwbaarheidsonderzoek van de politie wordt er nagegaan of je een strafblad hebt. Als dat zo is, dan kan je per definitie geen agent worden. Een strafblad krijg je als je een misdrijf begaan hebt – als je een overtreding begaat, zoals rijden door rood, krijg je geen strafblad. 



      • Nationaliteit. Om agent te worden bij de Nederlandse politie is noodzakelijk dat je de Nederlandse nationaliteit bezit. Als je een dubbele nationaliteit hebt, dan kan je ook solliciteren mits een van je nationaliteiten de Nederlandse is.  



      • Leeftijd. Vanaf de leeftijd van 17,5 jaar mag je al solliciteren voor alle functies bij de politie die je in uniform uitoefent. Als je surveillant wilt worden, kan je zelfs vanaf de leeftijd van 16,5 jaar al een sollicitatieformulier invullen. 



      • Karakter. Politieagenten zijn de hoeders van de samenleving. Ze beschermen de maatschappij en de mensen daarin tegen gevaar, criminaliteit, agressie en andere risico’s. Het is belangrijk dat je goed bestand bent tegen stress, ook in moeilijke situaties kalm blijft en sterk in je schoenen staat. Je bent niet bang voor anderen en je kunt overwicht over andere mensen krijgen. Ook ben je flexibel, kan je goed met onverwachte situaties omgaan, ben je een sociaal persoon en ben je collegiaal.



      • Conditie. Je krijgt tijdens de selectieprocedure zowel een rigoureuze sporttest als een medische keuring. Het is van belang om een goede gezondheid te hebben. Factoren die je kunnen diskwalificeren voor het beroep zijn onder andere: hart- en vaatziekten (zowel huidige als in het verleden), problemen met bewustzijnsverlies, evenwichtsproblemen en duizelingen, een slecht gehoor of slecht zicht, en aandoeningen aan ledematen of vitale organen die je in het uitoefenen van de functie belemmeren.


    • Dyslexie en dyscalculie. Bij de toelatingsprocedure zou je een aantal schriftelijke toetsen moeten maken. Onder andere een taaltoets (waarbij er wordt gekeken naar je schrijfvaardigheid) en een cognitieve vaardighedentest met rekensommen en getallenreeksen. Als je dyslexie of dyscalculie hebt, dan kunnen deze toetsen een uitdaging voor je zijn. Deze toetsen zijn voor iedereen hetzelfde. Er zal dus geen rekening worden gehouden met een eventuele diagnose van dyslexie of dyscalculie. 

Nog meer oefenen
Wil je nog meer oefenen? Doe dan de Politietest Coaching. Met de Politietest Coaching kun je tegen een vergoeding levenslang veel gebruikte onderdelen van een IQ test onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert op een assessment en je zult hoger scoren voor een IQ test en de andere onderdelen. Klik hier om verder te gaan