De cognitieve capaciteitentest is bij de politie een van de belangrijkste onderdelen van de sollicitatieprocedure. Aan de hand van deze test kan namelijk bekeken worden of jij de belangrijke vaardigheden bezit om jouw werk uit te kunnen voeren. Doordat je van tevoren al weet wat je kunt verwachten, kun je jezelf goed voorbereiden op deze test. Het is daarom van belang dat je onderstaande informatie goed doorleest, zodat je weet welke onderdelen je kunt oefenen en hoe je dit het beste kunt doen.
Inhoudsopgave
- Uitleg cognitieve capaciteitentest politie
- De onderdelen van de cognitieve capaciteitentest politie
- Meerdere lettergrepen vormen een woord
- Cijferpatronen behoeven basis rekenregels
- Help jezelf met een aantal handigheden
- Woordenschat van belang voor alle taalkundige vraagstukken
- Oefenen voor de capaciteitentest
- Een goede afwisseling tussen theorie en praktijk
- Houd je voortgang bij voor extra motivatie
Uitleg cognitieve capaciteitentest politie
Een cognitieve capaciteitentest van de politie wordt ingezet om jouw vaardigheden te toetsen. Dit gebeurt aan de hand van verschillende onderdelen en gebeurt op de computer. Er zijn bij de test van de politie drie verschillende onderdelen, welke allemaal beginnen met een aantal voorbeeldvragen. Op deze manier kun je gewend raken aan de vraagstelling en weet je wat jou te wachten staat. Ook heb je nog een paar oefenvragen voordat de daadwerkelijke test begint.
De echte testvragen gaan over letterpatronen, cijferpatronen en woordrelaties. Deze testen jouw logisch redeneren, abstract redeneren, analyserend vermogen, rekenvaardigheid en taalvaardigheid. Deze vaardigheden zijn immers belangrijk binnen het werkveld. Je krijgt regelmatig te maken met bepaalde patronen die je moet oplossen, zoals een code die gekraakt moet worden of het opstellen van rapporten. Het is daarom belangrijk dat je deze vaardigheden aan kunt tonen tijdens de sollicitatieprocedure, zodat jouw toekomstige werkgever een goed beeld van jou krijgt.
De onderdelen van de cognitieve capaciteitentest politie
De cognitieve capaciteitentest van de politie bestaat dus uit drie verschillende onderdelen. Ieder onderdeel test zijn eigen vaardigheden, waardoor je op alle onderdelen goed moet scoren. Zo kun je verschillende letterpatronen tegenkomen. Deze letterpatronen worden ook wel letterreeksen of anagrammen genoemd. Doordat er veel verschillende soorten anagrammen zijn, moet je goed kijken welke variant jij gaat krijgen op de capaciteitentest.
Letterpatronen of anagrammen zijn woorden die ontstaan door het verplaatsen van letters uit een ander woord. Je moet dus een nieuw woord vormen door de letters in de juiste volgorde te zetten. Hierbij kun je te maken krijgen met anagrammen met losse letters, lettergrepen en missende letters. De anagrammen met losse letters zijn hierbij vaak de eenvoudigste, omdat hier alle letters gegeven zijn en je deze letters ook allemaal moet gebruiken voor het nieuwe woord.
PAS – SAP
KAT – TAK
STAKER – SKATER – KRASTE – KATERS
ANDEREN – NADEREN
ARTSEN – STAREN – SNATER
BADDEREN – BENADERD – BRANDENDE
Meerdere lettergrepen vormen een woord
De letterpatronen met lettergrepen en een lettergreep te veel zijn vaak iets lastiger. Hierbij heb je namelijk te maken met overbodige lettergrepen, waardoor je het woord soms niet direct ziet. Jouw intelligentie wordt hiermee op de proef gesteld. Een van de voorbeelden is ruil – del – rech – mid. Je kunt van deze lettergrepen ruilmiddel maken, waarbij rech de overbodige lettergreep is. Andere voorbeelden zijn:
Cep – ti – boek – tel
Stap – sie – ta – fan
Ting – ket – neet – fiets
Cord – brief – ner – ope
Door goed te bekijken welke lettergrepen er zijn kun je de volgende woorden maken: boektitel, fantasie, fietsketting en briefopener.
De letterpatronen met een ontbrekende letter zijn iets eenvoudiger. Echter heb je hier vaak te maken met een missende klinker, welke van belang kan zijn om het goede woord te vormen. Het ontbreken van klinkers kan namelijk cruciaal zijn bij het oplossen van de woorden. Bij het oplossen van deze letterpatronen krijg je twee verschillende woorden te zien, waarbij ook drie letters gegeven zijn. Ook hier zijn enkele voorbeelden van te noemen. BL_UW en Z_OI moeten aangevuld worden met A – O – E. Als je goed kijkt moet het eerste woord BLAUW worden. Voor het tweede woord blijven alleen de O en de E over. De E past niet binnen het woord. Samen met de O vormt de combinatie het woord ZOOI.
Cijferpatronen behoeven basis rekenregels
Cijferpatronen van de cognitieve capaciteitentest van de politie worden ook wel cijferreeksen genoemd. Hierbij zijn een aantal cijfers gegeven, waarbij het laatste cijfer is weggelaten. Het is aan jou de taak om dit door middel van logisch redeneren en jouw rekenvaardigheden op te lossen. Hierbij moet je de basis rekenregels goed in het achterhoofd houden. Zonder deze basisregels zijn de cijferreeksen namelijk niet op te lossen. Je moet immers kunnen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen om het laatste cijfer in te vullen. Daarbij moet je ook goed op blijven letten, want de verschillende regels kunnen door elkaar gebruikt worden.
Een voorbeeld van een cijferpatroon is 3 – 6 – 12 – 24 – … Je moet bij deze cijferreeks beginnen met de eerste twee cijfers. Hierbij zouden twee oplossingen mogelijk kunnen zijn, namelijk + 3 of x 2. Door daarna naar het derde cijfer te kijken, zie je dat de enige mogelijkheid x 2 kan zijn. 24 moet je daarom ook vermenigvuldigen met 2. Het goede antwoord is dus 48. Een andere cijferreeks is 4 – 8 – 5 – 10 – 7 – … Bij deze cijferreeks moet je beter opletten. Er wordt namelijk gebruikgemaakt van meerdere rekenregels. De eerste twee cijfers zijn een vermenigvuldiging met 2. Het derde cijfer is echter weer – 3. Het vierde cijfer is weer een vermenigvuldiging. Daarna is het weer – 3, dus het getal dat ingevuld moet worden is een vermenigvuldiging van 7. Het juiste antwoord is daarom 14.
Help jezelf met een aantal handigheden
Op deze manier worden steeds meer cijferpatronen gevraagd waar je jouw aandacht goed bij moet kunnen houden. Een verkeerde stap zorgt er namelijk voor dat je het juiste antwoord niet kunt geven. Maak daarom voor jezelf aantekeningen tijdens het maken van de cognitieve capaciteitentest van de politie. Zo kun je werken met boogjes waarin je de som aangeeft of direct erboven schrijft wat het moet zijn. Ook kun je kijken naar de gegeven antwoorden. Als je het logische verband er niet uit kunt halen, kunnen de antwoorden een duwtje in de rug geven. Je kunt bijvoorbeeld wel zien dat de getallen steeds groter worden. Alle antwoorden met kleinere getallen kun je op deze manier al wegstrepen, waardoor er minder antwoorden overblijven. Dit helpt jou uiteindelijk verder en kan zelfs tot het goede antwoord leiden.
Het laatste onderdeel van de cognitieve capaciteitentest van de politie is woordrelaties. Deze worden ook wel antoniemen of analogieën genoemd. Hoe je bepaalde vraagstukken op moet lossen ligt aan de variant van de woordrelaties die jij krijgt. Zo kan het zijn dat je moet bekijken welk woord het beste bij het gegeven woord past, maar ook wat het tegenovergestelde woord is, wat het verband is tussen de woorden of dat je het ontbrekende woord in moet vullen. Welke variant je ook krijgt, je moet altijd een goede woordenschat hebben. Zonder een goede woordenschat kun je geen enkel vraagstuk oplossen.
Woordenschat van belang voor alle taalkundige vraagstukken
Als je het woord moet vinden dat het beste bij het andere woord past, kan je dit ook als synoniemen zien. Een bepaald woord heeft altijd een woord dat hetzelfde betekent. Een ander woord voor verwarming is bijvoorbeeld radiator. Aangenaam is hetzelfde als plezierig. Een tegenovergesteld woord is vaak lastiger, omdat hier ook veel woorden voor gebruikt worden die je niet vaak in het alledaags leven gebruikt. Nat staat bijvoorbeeld tot droog, terwijl warm tot koud staat. Uiteraard zijn dit eenvoudige voorbeelden. De cognitieve capaciteitentest van de politie begint vaak ook eenvoudig, maar breidt zich langzaam uit tot lastige vraagstukken. Het is daarom van belang dat je niet alleen met eenvoudige woorden gaat oefenen, maar jezelf uitdaagt.
Het verband tussen woorden wordt vaak getoetst aan de hand van analogieën. Hierbij vormen vier woorden een bepaald verband, waarbij ze ook opgedeeld zijn in twee helften. De woorden aan de linkerkant hebben een onderling verband en de rechterkant heeft ditzelfde verband. Een voorbeeld hiervan is auto : rijden = arts : … Je moet hierbij kijken wat het verband is van de woorden om erachter te komen welk woord je moet invullen op de stippellijn. Een auto is een product, rijden is hier de handeling van. Een arts voert ook een bepaalde handeling uit in dit voorbeeld. Het enige antwoord dat je hierbij kunt geven is opereren. Echter komen analogieën in meer varianten voor, waardoor je hier bijvoorbeeld ook een onderdeel van een geheel, oorzaak en gevolg of functionaliteit aan moet kunnen geven.
Oefenen voor de capaciteitentest
De cognitieve capaciteitentest van de politie kan pittig zijn. Het is daarom van belang dat je zoveel mogelijk gaat oefenen voor deze test. Hier moet je aan beginnen zodra je gesolliciteerd hebt. Ondanks dat het onzeker is of jij het tot de capaciteitentest haalt, is het toch belangrijk dat je jouw vaardigheden alvast gaat trainen. Je kunt in een kort tijdsbestek namelijk minder bereiken, wat nadelig kan zijn voor jouw score. Zodra je weet dat deze test eraan zit te komen, moet je beginnen met een goede planning.
Een planning maak je aan de hand van al jouw werkzaamheden en de beschikbare tijden. Zorg daarom dat je als eerste alle andere werkzaamheden op een dag inplant, zoals werk, een opleiding of andere afspraken en verplichtingen. De tijd die overblijft, kun je benutten voor de capaciteitentest. Het is hierbij belangrijk dat je zowel theorie als praktijk inplant en geen enkel onderdeel overslaat. Maak ook een goede afwisseling tussen de verschillende onderdelen en oefeningen, zodat je het voor jezelf niet eentonig maakt. Eentonigheid kan jou namelijk demotiveren om verder te oefenen.
Een goede afwisseling tussen theorie en praktijk
Zodra jouw planning gemaakt is, kun je aan de slag met het doornemen van alle onderdelen. Je zult hierbij al snel merken welke vaardigheden je al onder de knie hebt. Ook al heb je een bepaald onderdeel door en behaal je steeds een hoge score moet je deze toch blijven herhalen. Zo blijf je bekend met de verschillende vraagstukken en ga je de antwoorden steeds sneller geven. Deze snelheid is van belang, doordat je onder tijdsdruk moet presteren op de dag zelf.
Je hebt immers maar een bepaalde tijd om alle opgaven te maken, waardoor je al snel nerveus kunt worden of in paniek raakt. Het is van belang dat je rustig blijft en in het geval dat je een antwoord niet weet, de vraag overslaat. Dit kun je ook doen tijdens het oefenen, zodat je doorkrijgt hoe dit in elkaar steekt en je ook met de tijdsdruk te maken krijgt tijdens de voorbereiding.
In de theorie staan verschillende oplossingsstrategieën vermeld. Het is daarom belangrijk dat je begint met het doornemen van de theorie. Je moet immers weten hoe je bepaalde vraagstukken aanpakt en dit kan alleen als je weet wat er van je verwacht wordt. Aan de hand van deze informatie kun je voor jezelf aantekeningen maken. Deze aantekeningen kun je er immers steeds bij pakken als je een bepaalde opgave niet opgelost krijgt. Aantekeningen kun je het beste maken aan de hand van steekwoorden. Zo worden jouw hersenen aan het werk gezet tijdens het doornemen en kun je gelijk testen wat je van de aantekeningen hebt opgestoken.
Houd je voortgang bij voor extra motivatie
Daarnaast helpt het ook als je jouw eigen voortgang bijhoudt. Je krijgt na ieder onderdeel een bepaalde score te zien. Deze score gaat, als jij jouw aandacht goed bij de oefeningen houdt, altijd omhoog. Als je jouw score omhoog ziet gaan, werkt dit ook met jouw motivatie. Je krijgt hierdoor meer plezier in het oefenen en kun je jezelf hier ook elke dag toe zetten. Dit geeft uiteindelijk ook een positieve doorslag op jouw officiële cognitieve capaciteitentest van de politie. Je hebt immers een voorsprong op de mensen die niet hebben geoefend en gaat met veel zelfvertrouwen de test in. Uiteindelijk haal jij de hoogste score voor de toets en word je uitgenodigd voor het volgende onderdeel van de politietest en doorsta je wellicht de strenge sollicitatieprocedure en kun je aan de slag bij de politie.
Nog meer oefenen
Wil je nog meer oefenen? Doe dan de Politietest Coaching. Met de Politietest Coaching kun je tegen een vergoeding levenslang veel gebruikte onderdelen van een IQ test onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert op een assessment en je zult hoger scoren voor een IQ test en de andere onderdelen. Klik hier om verder te gaan