De cognitieve capaciteitentest politie gratis oefenen
Bij de politietest leg je een cognitieve capaciteitentest af. Die meet jouw intelligentie en
probleemoplossend vermogen. Voor veel kandidaten is dit een onderdeel waarvan ze niet
weten hoe ze zich er op voor kunnen bereiden. Lees hier hoe je slaagt voor de cognitieve
capactiteitentest en andere lastige onderdelen van de nationale politietest.
Inhoudsopgave
- De cognitieve capaciteitentest
- Beter presteren op de cognitieve capaciteitentest
- De psychologische test
- De persoonlijkheidsvragentest
- Gesprek met een psycholoog
- De taaltoets
- De sporttest
- Na de selectiedagen
De cognitieve capaciteitentest
Bij de cognitieve capaciteitentest wordt er gekeken naar jouw intelligentie en jouw gevoel voor logica. Hij lijkt wel een beetje op de IQ-test die je misschien op de middelbare school hebt moeten doen, om te kijken welk schooltype voor jou het meest geschikt was. Bij de cognitieve capaciteitentest wordt er op verschillende manieren getest wat jouw cognitieve vermogen is, jouw vermogen om kennis op te nemen en die kennis te gebruiken. De cognitieve capaciteitentest bestaat uit deze onderdelen.
- Letterpatronen: je krijgt hier verschillende combinaties van letters die door elkaar
heen staan. Ook kunnen er verschillende lettergrepen door elkaar heen staan. Het is
telkens de bedoeling dat jij de letters of lettergrepen in de juiste volgorde zet. Je
moet dan uit de letters R-A-E-R-I-P bijvoorbeeld het woord PAPIER maken, of uit de
lettergrepen LEG-BOE-GER-KEN het woord BOEKENLEGGER samenstellen. Ook kan je
gevraagd worden om missende letters in te vullen. Je moet dan in een woord waarbij
letters ontbreken een letter uit een rijtje kiezen. Je moet dan bijvoorbeeld uit de
letters A, E en O kiezen om dit woord compleet te maken: PL.KB.ND. - Woordrelaties: hierbij wordt gekeken wat jouw vermogen is om zinnen te
herkennen, te vormen en te veranderen. Er wordt je gevraagd welke woorden in een
zin op elkaar lijken, of om een ontbrekend woord in een zin in te vullen. Ook willen
de examinatoren weten welke woorden volgens jou een verband hebben met elkaar.
Het gaat er in dit onderdeel van de cognitieve capaciteitentest om hoe groot jouw
woordenschat is, en of je weet wat woorden betekenen en hoe ze tot elkaar in relatie
staan. - Cijferpatronen: je hoeft hier geen hogere wiskunde voor te kunnen. Je moet wel in
staat zijn om de getallen in een simpele reeks te snappen. Er wordt je bijvoorbeeld
gevraagd om in de reeks 1 – 2 – 4 – 7 – 11 het volgende getal te noemen. Ook zal je
een aantal simpele rekensommen moeten uitvoeren. Hiervoor dien je te kunnen
optellen, aftrekken, delen, vermenigvuldigen, worteltrekken en kwadrateren.
Beter presteren op de cognitieve capaciteitentest
inderdaad een moeilijk onderdeel, maar het is vooral vervelend dat je hem thuis niet kan
oefenen. Dat is tenminste wat veel kandidaten denken. Maar dat is onterecht: ook een
intelligentietest zoals de cognitieve capaciteitentest van de politie kan je thuis voorbereiden. Je moet weten dat de meeste intelligentietesten bij assessments in Nederland dezelfde vorm hebben. Dezelfde soort onderdelen komen in verschillende testen terug. Dat geldt ook voor de drie onderdelen van deze vaardigheidstest. Online staan veel oefentoetsen en oefenopgaven klaar om door jou gemaakt worden. Ben je dus bang dat je niet goed gaat scoren op de cognitieve capaciteitentest? Zoek dan vergelijkbare opgaven op en maak ze zelf. Dat geeft je een uitstekende voorbereiding op de echte cognitieve capaciteitentest!
Hier een paar tips waar je zeker aan moet denken.
- Leer het alfabet. Bij het onderdeel van de cognitieve capaciteitentest waarbij je
letters moet invullen, helpt het ontzettend als je het alfabet van te voren een paar
keer doorwerkt. Zorg dat je het feilloos kunt opzeggen. - Oefen cijferreeksen. Er is maar een beperkt aantal mogelijkheden om een logische
cijferreeks te maken. Online deze cijferreeksen doorwerken helpt je heel erg om
direct te herkennen wat er aan de hand is bij de reeksen van de cognitieve
capaciteitentest. - Kijk welke woordrelaties er bestaan. Analogieën zijn relaties tussen woorden.
Ook hier is er maar een beperkt aantal mogelijkheden, die altijd terugkomen in dit
soort toetsen. Een relatie tussen twee woorden kan bijvoorbeeld hierarchisch zijn,
een tegenstelling zijn, of het ene begrip is een onderdeel van het andere. Maak
online een stel opgaven met analogieën en je zult al snel alle categorieën
tegenkomen. Die herken je dan onmiddelijk als je de cognitieve capaciteitentest
aflegt. - Schrijf het uit. Ben je online aan het oefenen? Schrijf dan bij elke opgave het verband
of de logica op die je ziet. Door jezelf te dwingen om het uit te schrijven, blijft jouw
oplossing van het raadsel veel beter in je hoofd hangen. Daar ga je bij de cognitieve
capaciteitentest absoluut het voordeel van plukken.
De psychologische test
De psychologische test van de selectieprocedure bestaat uit twee onderdelen. Eerst wordt je
gevraagd om flink wat stellingen te beoordelen. Deze stellingen gaan over jouw eigen
persoonlijkheid. Het tweede onderdeel is een gesprek met een gekwalificeerd psycholoog,
waarin er wordt ingegaan op wie jij bent, wat je hebt meegemaakt, en hoe jij denkt en
handelt. Het doel van deze psychologische test is om te kijken of jij de sterke, zelfverzekerde,
flexibele en snel handelende persoonlijkheid hebt, die past bij het beroep van een
politieagent.
De persoonlijkheidsvragentest
Dit is een test die je op de computer maakt. Veel kandidaten vinden deze test niet leuk,
omdat hij behoorlijk langdradig en repetitief kan zijn. Er wordt je namelijk gevraagd om
meer dan 100 vragen te beantwoorden, waarbij je telkens moet kiezen uit 2 stellingen. Elk
van deze stellingen gaat over jouw persoonlijkheid. Je moet telkens aangeven welke stelling
jij het beste bij jezelf vindt passen. In welke van deze twee stellingen herken jij jezelf
bijvoorbeeld: “ik werk liever solo dan in een team” of “ik hou van uitdagingen”? Geef zo
goed mogelijk antwoord op elk van deze stellingen, want zij helpen de politie te bepalen of
jouw persoonlijkheid voldoet aan het gewenste profiel.
Ook dit is een onderdeel waar veel kandidaten tegen opzien. Je moet hierbij behoorlijk diep in jezelf kijken en terugkijken naar je verleden. Dat kan confronterend zijn. Toch is het belangrijk dat je open en uitgebreid antwoord geeft. De psycholoog zal je eerst een aantal algemene vragen stellen over wie jij bent. Daarna vraagt hij om terug te kijken naar ingewikkelde situaties de jij zelf hebt meegemaakt. De psycholoog is geïnteresseerd in hoe jij in deze situaties dacht, voelde en handelde. Bleef je kalm of raakte je in paniek? Ging je actief handelen of bevroor je? Ook als je ingrijpende gebeurtenissen hebt meegemaakt, bijvoorbeeld een ongeluk of een ernstige ziekte, dan wil de psycholoog weten hoe je daar
toen onder bleef, en hoe je je nu daarbij voelt. Ook dit geeft een beeld van wie jij bent als persoon en hoe jij in de dagelijkse praktijk omgaat met complexe gebeurtenissen.
De taaltoets
De taaltoets is een test waarbij er wordt gekeken wat de kwaliteit is van jouw spelling,
grammatica, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Als agent moet je proces-verbalen
kunnen uitschrijven, rapporten kunnen opstellen en de betekenis van verschillende soorten
informatie snel kunnen doorgronden. Deze taaltoets voert je op een computer uit. Hij
bestaat uit de volgende onderdelen.
- Voortoets: De voortoets bestaat uit vier korte teksten, waarbij er een aantal woorden
onvolledig ingevuld is. Jouw taak is om deze worden compleet te maken en zo voor
een vloeiende lopende tekst zorgen. Daarbij is het van belang dat je snapt wat de
strekking van de zin is en welke informatie die zou moeten overbrengen. De teksten
beginnen simpel, maar worden gaandeweg steeds moeilijker. - Leesvaardigheid: Dit testonderdeel lijkt op de opdrachten die je vroeger bij het vak
Nederlands kreeg. Je krijgt een uitgebreide, volledige tekst waarover je vervolgens
verschillende vragen moet beantwoorden. Kom erachter wat de boodschap is, welke
feiten er bestaan, en wat de schrijvers en de hoofdrolspelers in de tekst vinden. Als je
de tekst goed hebt doorgelezen, dan vul je de meerkeuzevragen in. Het doel is om te
kijken welke informatie jij in een tekst kunt herkennen en juist kunt duiden. - Schrijfvaardigheid: bij de schrijfvaardigheidstoets wordt jou gevraagd om zelf een
aantal zinnen en teksten te schrijven. Bij deze schrijfopdrachten is het de bedoeling
dat het een begrijpelijke, samenhangende tekst wordt met de juiste zinsopbouw en
woordkeuze. Ook word je beoordeeld op het gebruik van een goede spelling en
grammatica.
De sporttest
De sporttest is een manier voor de politie om te controleren dat je de juiste fitheid en fysiek
vermogen hebt om het beroep uit te kunnen oefenen. De meeste kandidaten ervaren de
sporttest als zwaar. Deze test controleert of je op een aantal gebieden voldoet aan
minimumeisen. Hij bestaat uit vijf rondes, die je binnen een bepaalde tijd moet afleggen.
Hoeveel tijd dat is, hangt af van je leeftijd en of je een man of een vrouw bent. Je hebt de
volgende vaardigheden nodig om deze testrondes te kunnen afleggen:
- snelheid
- behendigheid
- uithoudingsvermogen
- kracht
In de praktijk zul je bij de test snel moeten afwisselen tussen verschillende bewegingen en
tussen stilstand en actie. Je moet bijvoorbeeld bukken, rollen, springen en landen. Ook kan
het de bedoeling zijn om zware voorwerpen te tillen en te verplaatsen. Vaak is het nodig om
te rennen en te sprinten, snel met je lichaam te wenden en te keren, en om een obstakel op
te klauteren.
Je kunt je op deze sporttest thuis goed voorbereiden, bijvoorbeeld door in steeds kortere tijd
een hindernisbaan of een stormbaan af te leggen. Als je al sportief bezig bent, dan kan je dat
natuurlijk een voordeel opleveren bij de test. De beste sporten om je een voorsprong te
geven bij deze test zijn de zogenaamde spelsporten, zoals voetbal, hockey, volleybal en
handbal. Bij deze sporten moet je veel verschillende bewegingen maken en snel kunnen
schakelen – net als bij de sporttest.
Als je twijfelt of je de sporttest met goed gevolg kunt afleggen, kan je uiteraard ruim van
tevoren thuis gaan trainen. Stel, eventueel met behulp van een trainer, een workout samen waar de verschillende soorten bewegingen die we hierboven noemden in zitten. Zorg dat je regelmatig afwisselt en dat elk deel van je lichaam wordt getraind. En zorg altijd voor een goede warming up – het laatste wat je wilt is een blessure hebben tegen de datum van de test.
Na de selectiedagen
De laatste drie stappen voordat je aan de slag kunt als agent zijn het eindgesprek, een
medische toetsing en een screeningsprocedure. Het eindgesprek is een sollicitatiegesprek,
dat je alleen krijgt als je alle toetsen met goed gevolg hebt afgelegd tijdens de selectiedagen.
Er worden hier vragen gesteld over jouw persoonlijkheid, motivatie en vaardigheden, en de
resultaten van de toetsen worden met je besproken. Bereid je op dit gesprek voor zoals je je
op elk ander sollicitatiegesprek zou voorbereiden. Er is een extra onderdeel: je moet een
presentatie van zo’n 10 minuten geven over jezelf. Het is hierbij belangrijk dat je aantoont
dat jij de kernwaarden van de politie deelt. Als dit gesprek positief verloopt, dan krijg je een
voorlopige intentie tot aanstelling om aangenomen te worden.
Voor het zover is moet je nog twee keuringen ondergaan. De eerste is een medische keuring
waarbij een keuringsarts de werking van jouw lichaam test en zoekt naar eventuele ziektes
of andere fysieke belemmeringen. Je krijgt een aantal eenvoudige medische testjes waarbij
je zintuigen je ledematen en je vitale organen worden gecontroleerd. Ook wordt er gekeken
hoeveel je weegt, wat het glucosegehalte van je bloed is en wat je bloeddruk is.
De andere keuring is een geschiktheidsonderzoek, dat meestal gewoon de screening wordt
genoemd. Hierbij gaat de politie na hoe jij leeft, wat jouw overtuigingen zijn, met wie jij
omgaat enzovoort. Je krijgt een huisbezoek waarin je een flink aantal vragen zal moeten
beantwoorden. Ook gaat de politie na of jij een strafblad hebt of eerder in aanraking bent
geweest met politie en Justitie, en of je lopende schulden hebt. Doorsta je al deze testen
met goed gevolg, dan is de volgende stap waarschijnlijk dat je aan de slag mag als
politieagent.
Nog meer oefenen
Wil je nog meer oefenen? Doe dan de Politietest Coaching. Met de Politietest Coaching kun je tegen een vergoeding levenslang veel gebruikte onderdelen van een IQ test onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert op een assessment en je zult hoger scoren voor een IQ test en de andere onderdelen. Klik hier om verder te gaan