De cognitieve test oefenen

De cognitieve test oefenen is een erg goed idee als je bij de politie gaat solliciteren. Niet
iedereen is geschikt om agent te worden. Het is een mooi beroep, waarvoor je flink wat in je
mars moet hebben. Je moet bijvoorbeeld lichamelijk in goede conditie zijn, een bepaald
intelligentieniveau bezitten en goed met veel verschillende soorten mensen kunnen
omgaan. Ook is het van belang dat je een kalm en zelfverzekerd karakter hebt. Deze, en nog
veel meer van je vaardigheden, worden getest tijdens de politietest. Dat is de landelijke
sollicitatieprocedure procedure voor de politie. Veel van de onderdelen van deze test kan je
thuis voorbereiden. Zo is het een erg goed idee om de lastige cognitieve test oefenen. We
bespreken in deze test een paar belangrijke onderdelen en leggen uit wat je tijdens elk
onderdeel kunt verwachten.

 

Inhoudsopgave 

  1. Programma van de politietest
  2. Waarom de cognitieve test oefenen?
  3. Hoe kan je de cognitieve test oefenen
  4. De persoonlijkheidsvragenlijst invullen
  5. De taaltoets afleggen
  6. De politietest deel B

 


Programma van de politietest

Het volledige programma van de sollicitatieprocedure lees je hieronder.

  1. Eerste toets. Zodra je hebt gesolliciteerd beoordeelt de toelatingscommissie of jij
    geschikt bent om deel te nemen aan de politietest.
  2. Selectiedag 1. Tijdens deze dag doorloop je het programma Bewust Blauw. Het doel
    van dit programma is om jou kennis te laten maken met de beroepspraktijk, en je aan
    het denken te zetten over jouw motivaties. Zo kom je beter te weten of dit beroep
    inderdaad een goede keuze voor jou is.
  3. Selectiedag 2. Tijdens deze dag, die op de Politieacademie plaatsvindt, vinden er drie
    toetsen plaats. Bij een taaltoets wordt je schrijf- en leesvaardigheid beoordeeld. Bij
    een sporttest wordt gekeken hoe het met jouw conditie gesteld is, en bij de
    cognitieve test wordt je intelligentie gemeten. Deze test is lastig – van te voren de
    cognitieve test oefenen is dan ook erg aan te raden.
  4. Selectiedag 3. Ook deze dag vindt plaats op de Politieacademie. De dag bestaat uit
    drie losse onderdelen. Bij een gesprek met een psycholoog en een
    persoonlijkheidsvragenlijst wordt een beeld geschetst van jouw karakter. Bij een
    rollenspel met acteurs moet je laten zien hoe jij handelend zou optreden als agent in
    een ingewikkelde situatie.
  5. Eindgesprek. Een sollicitatiegesprek, waarin je mag vertellen wie jij bent en wat je
    motivaties voor je sollicitatie zijn.
  6. Keuring door een arts. Je krijgt een aantal lichamelijke onderzoekjes, waarmee wordt
    nagegaan of jij de lichamelijke gezondheid hebt om toe te treden tot het korps.
  7. Betrouwbaarheidsonderzoek. Dit is een screening die door de politie wordt
    uitgevoerd om te kijken of jij integer bent en niet chantabel bent. Je persoonlijke
    leven en je sociale omgeving worden daarbij onderzocht.

Waarom de cognitieve test oefenen?

Een van de drie onderdelen van de tweede selectiedag, politietest Deel B dus, is de
zogenaamde cognitieve capaciteitentest. Dat is een hele mond vol, maar eigenlijk is dit een
intelligentietest. Door deze toets te maken geef je de examinatoren een indruk van jouw
intelligentieniveau. Je maakt de cognitieve capaciteitentest op een computer op de
politieacademie in Amsterdam of Apeldoorn. Voor het afleggen van de toets geldt een
beperkte tijd. Daarom, en vanwege de moeilijkheidsgraad, is het erg verstandig om de
cognitieve test oefenen.

Er zijn in deze toets drie onderdelen aanwezig, die worden voorafgegaan door voorbeelden.
Door naar het voorbeeld te kijken kun je zien hoe jij jezelf de open vragen moet
beantwoorden.

  • Bij het onderdeel woordrelaties worden er woorden op het scherm getoond die met
    elkaar een relatie hebben. Jij moet uit een reeks van vijf andere woorden het juiste
    woord kiezen om aan te geven dat je die relatie ziet.
  • Bij het onderdeel letterpatronen zijn er letters of lettergrepen in een reeks gezet, die
    samen een patroon vormen. Door een open reeks in te vullen geef je aan dat je deze
    relatie ziet.
  • Bij het onderdeel getallenreeksen is er iets vergelijkbaars aan de hand, maar nu met
    cijfers. Je dient een patroon te herkennen in een paar sets van cijferreeksen, en dan
    zelf een lege reeks in te vullen.

 

Hoe kan je de cognitieve test oefenen

De cognitieve vaardighedentest is een onderdeel van de politietest waar veel kandidaten
tegenop zien. Dat komt voor een groot deel omdat het lijkt alsof thuis de cognitieve test
oefenen onmogelijk is. Het is eigenlijk een intelligentietest, en intelligentie heb je of heb je
niet, toch? Dat is niet helemaal waar. Want er zijn online heel veel toetsen beschikbaar, die
erg lijken op de cognitieve vaardighedentest van de politie. En omdat de vorm van die test
altijd hetzelfde is, helpt het je wel degelijk om deze oefentoetsen van tevoren door te
werken en zo de cognitieve test oefenen. Lees hier hoe je dat zo efficiënt mogelijk doet.
Zodat de toets eigenlijk al geen verrassingen meer heeft als je hem tijdens de selectiedagen
gaat maken.

  1. Oefen cijferreeksen en letterreeksen. Online kan je exact dezelfde letterreeksen en
    cijferreeksen vinden als je bij de echte test krijgt. Daarbij helpt het om te weten dat
    er maar een beperkt aantal variaties bestaan: er zijn maar een paar manieren waarop
    er een logisch verband bestaat tussen opeenvolgende letters en cijfers. Maak dus
    een stel oefentoetsen om de cognitieve test oefenen. Je komt deze truukjes
    gegarandeerd allemaal tegen.
  2. Schrijf op wat je ziet. Dit is een handige tip om de cognitieve test oefenen. Zodra je
    een verband ziet tussen woorden cijfers of letters, dan helpt het heel erg om op te
    schrijven wat je zojuist hebt gevonden. Schrijf bijvoorbeeld uit: “Dit woord is het
    tegenovergestelde van dat woord”, of “Dit woord is een onderdeel van dat woord”.
    Doordat je het opschrijft ben je een paar seconden lang bezig om de gevonden
    relatie in je hoofd te prenten. Dat zorgt dat de informatie veel langer blijft hangen,
    zodat je hem direct herkent als je de echte toets aflegt.
  3. Maak rekensommen. Rekensommen voor de cognitieve test oefenen is een
    uitstekende opwarmer. De rekensommen van de politietest zijn niet van enorm hoog
    niveau. Maar als je slecht in rekenen bent, dan kunnen ze je heel veel tijd kosten.
    Maak daarom thuis een flink aantal sommetjes zoals je die in een rekentoets van de
    middelbare school zou kunnen vinden.. Zo weet je direct je tafels en je
    vermenigvuldigingen weer, waardoor je op de toets veel meer tijd hebt voor
    lastigere onderdelen.

 

De persoonlijkheidsvragenlijst invullen

De persoonlijkheidsvragenlijst is een vragenlijst die een beeld schept van jouw persoonlijkheid, je denken en je handelen. Dit testonderdeel wordt naast het gesprek met een psycholoog gebruikt om te beoordelen of jij psychisch het juiste profiel hebt voor een

 politiemedewerker. De vorm van de test zal je misschien bekend voorkomen. Er worden telkens twee stellingen getoond die over jou als persoon gaan. Jij moet dan aangeven met welke van deze twee stellingen jij het meeste eens bent, welke je dus het beste herkent als onderdeel van jouw persoon. Een voorbeeld. Je krijgt deze twee stellingen te zien: “Ik werk liever alleen dan samen.” en “Als het even tegenzit, dan word ik eerder boos dan verdrietig.” Bij deze test worden er meer dan honderd van dit soort vragen gesteld. Veel kandidaten vinden dit een vervelend testonderdeel, omdat de vragen veel op elkaar lijken en omdat je er zo veel moet beantwoorden. Maar je kunt deze test net als de cognitieve test oefenen. Als je van tevoren online een paar psychologische testen opzoekt die volgens dit systeem in elkaar zitten, dan kan je alvast wennen aan dit onderdeel. De persoonlijkheidsvragenlijst van de politietest vul je in op een computer. Je hebt daarvoor een beperkte tijd.

 

De taaltoets afleggen

De taaltoets is een onderdeel van de selectieprocedure. Je krijgt hierbij drie verschillende

opdrachten die je op de computer moet maken. Je hebt hiervoor een beperkte tijd. Het doel van de taaltoets is om na te gaan hoe goed jij teksten kunt interpreteren, of jij begrijpend kan lezen en of je zelf een begrijpelijke tekst op kunt stellen, die aan bepaalde
minimumeisen voldoet. Ook deze test kan je net als de cognitieve test van te voren op de
computer oefenen.

De taaltoets bestaat uit drie onderdelen.

De voortoets:
Bij de voortoets wordt gekeken of jij de strekking van een tekst kunt begrijpen en eventuele
missende delen zelf in kunt vullen. Heel concreet komt het er op neer dat je vier korte

tekstjes krijgt te zien, waarbij een paar woorden half zijn weggelaten. Jij moet de boodschap
van deze teksten achterhalen, waardoor je kunt bedenken welk woord er half is weggelaten.
Dit woord moet je invullen. Deze teksten beginnen eenvoudig, maar worden gaandeweg
moeilijker tijdens het onderdeel.

Leestest:
Bij de leestest krijg je een aantal middellange teksten te zien. Je moet een aantal
meerkeuzevragen over de inhoud van deze teksten beantwoorden. Om dat te kunnen doen
moet je de tekst actief lezen, en kijken wat de boodschap daarvan is. Ook moet je de
motivatie van de schrijver soms achterhalen of de mening van de andere personen in de
tekst begrijpen. Het is handig om de tekst eerst even te scannen en de titel en de kopjes te
bekijken. Die geven je vaak al een goede indruk van de inhoud van de tekst. Daarna lees je
de hele tekst nauwkeurig door. Als je het idee hebt dat je de tekst begrepen hebt, kan je de
vragen beantwoorden. Zo niet, dan lees je de tekst nog één of een paar keer, totdat je hem
wel begrijpt.

Schrijftest:
Bij de schrijftest wordt je gevraagd om een tekst op te stellen. Het kan hier gaan om een
sollicitatiebrief, om een informatieve tekst, of om een politierapport. Je hebt verschillende
bronnen en stukken informatie tot je beschikking, die je moet samenvatten en in de tekst
moet verwerken. Het is aan jou om een begrijpelijke en lekker lopende tekst op te stellen die
de juiste boodschap en informatie overbrengt. Daarbij is niet alleen de inhoud belangrijk. Er
wordt ook gekeken of je passende woorden gebruikt, en hoe het gesteld is met jouw
beheersing van spelling en grammatica.

 

De politietest deel B

Bij de politietest Deel B worden je karakter en jouw persoonlijke eigenschappen getest. Het
is een dag waarbij je veel vragen over jezelf zal moeten beantwoorden, en waarin je in de rol
van een echte agent zult optreden in een rollenspel. Veel kandidaten zien op tegen deze
testen. Toch is het van belang dat je de toelatingscommissie een goed beeld geeft van jouw
persoonlijkheid en je psychische geschiktheid voor het beroep. Beantwoord daarom
geduldig alle vragen, en geef zo open mogelijk informatie over jezelf. Het rollenspel kan je
eventueel thuis oefenen, zodat je minder drempels ervaart bij de echte test. De politietest
Deel B duurt in totaal een hele dag en wordt afgenomen op de Politieacademie in
Amsterdam of in Apeldoorn.

  1. Persoonlijkheidsvragenlijst. Dit is een lijst waarbij je telkens de keuze moet maken
    tussen twee stellingen. Elk van deze stellingen zegt iets over iemands
    persoonlijkheid. Jij moet aangeven welke van de twee stellingen het beste bij jou
    past. Er zijn veel vragen, en sommige van de stellingen kunnen erg op elkaar lijken.
    Veel kandidaten vinden deze test vervelend en repetitief. Het is toch belangrijk dat je
    telkens een keuze maakt voor de stelling die het beste bij jouw karakter past.
  2. Gesprek met een psycholoog. Je zult een gesprek gaan voeren met een erkend
    psycholoog, die een beeld wil krijgen van wie jij bent. Je mag eerst vrij over jezelf
    vertellen, en daarna moet je terug denken aan situaties uit jouw verleden die een
    grote impact hadden. Hoe handelde je in deze situaties, was je bang, werd je boos,                                                                            bleef je kalm? Het kan vervelend zijn om over zulke persoonlijke dingen te praten.
    Toch is het van belang dat je zo goed mogelijk vertelt wat er speelde, want het geeft
    de toelatingscommissie een beeld van hoe jij handelt onder stress of in een crisis.
  3. Rollenspel. Bij dit rollenspel wil de toelatingscommissie zien hoe jij zou optreden als
    je een agent was. Er wordt een situatie nagebootst die een agent op straat kan
    tegenkomen. Jij hebt de rol van agent, en een of meerdere acteurs spelen andere
    personen in de situatie. Bijvoorbeeld de rol van verdachte, slachtoffers, of
    omstanders. Het is van belang dat je erachter komt wat er aan de hand is en dat je de
    andere personen laat doen wat jij wil dat ze doen. Ga dus na of je ze moet kalmeren,
    waarschuwen of zelfs overmeesteren. Hierbij is het niet alleen van belang wat je zegt,
    maar ook welke lichaamshouding je hebt, hoe je je handen houdt, hoe je kijkt
    enzovoort. Verwacht niet dat de acteurs zomaar gehoorzamen: ze kunnen je lang
    blijven confronteren en de situatie zelfs laten escaleren. Als ze te ver gaan met
    beledigende opmerkingen maken, jouw waarschuwingen herhaaldelijk negeren of
    gevaarlijk gedrag vertonen, zal je ze moeten arresteren. Veel kandidaten vinden het
    rollenspel lastig. Gelukkig kan je het net als de cognitieve test oefenen met een
    vriend of familielid.

Nog meer oefenen
Wil je nog meer oefenen? Doe dan de Politietest Coaching. Met de Politietest Coaching kun je tegen een vergoeding levenslang veel gebruikte onderdelen van een IQ test onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert op een assessment en je zult hoger scoren voor een IQ test en de andere onderdelen. Klik hier om verder te gaan